“Ja.. Ik voel heel veel voor jou, ik hou enorm van jou. Als een kind. Maar je bent mijn kind niet”
Voor mij staat een familie opgesteld. Vandaag zijn allerlei willekeurige mensen samen gekomen om de familie van Bas te representeren. Bas heeft moeite met emoties en mist een connectie met zijn familie, hoe komt dat nou? Hij zet zijn familie, gerepresenteerd door verschillende mensen die die dag speciaal hiervoor zijn gekomen, neer in de ruimte en de opstelling begin.
Bas heeft twee jongere zusjes, zijn vader en zijn moeder. Natuurlijk staat ook daar zijn kleine ik. De kleine bas is 5 jaar en staat daar opgesteld in de vorm van een volwassen man. Moeder trekt de kinderen naar zich toe, een beschermende moeder-leeuw. In ene kijkt ze de jongste aan, vertwijfeld.
“Ja.. Ik voel heel veel voor jou, ik hou enorm van jou. Als een kind. Maar je bent mijn kind niet”
Bas valt om, vol ongeloof. Niemand begrijpt het, maar Bas wel.
Het klopt. De jongste is geadopteerd.
……………………..
Ik zit rustig op de bank met een kopje thee. Vandaag is maandag, mijn zondag. Ik ben vrij op maandag, en ik heb bewust gekozen vandaag voor sweatpants en sweaters, even gemakkelijk vandaag. De frisse lentelucht stroomt door het rooster, en er schijnt een klein zonnetje. De hond ligt aan mijn voeten en ik zucht. Wat een emoties weer gisteren.
Gisteren was namelijk een familieopstelling. Ik werk als PA voor zelfstandig psycholoog en medium Susan Dechering, ik volg haar in haar werkzaamheden en zij mentor’d mij als student psycholoog in het vak. Een van de vele dingen die zij doet, zijn familieopstellingen.
Wat is een familieopstelling? “Tijdens een familieopstelling, neem je een kijkje in je systeem van herkomst. Een systeem is een groep met haar eigen regels en wetten. Bijvoorbeeld een gezin/familie waarin iedereen zijn eigen rol heeft.”
PSYNED
“Opstellingen helpen ons om onze onbewuste patronen zichtbaar te maken. Hierdoor kunnen we het patroon op energetisch en gevoelsniveau veranderen waardoor de negatieve invloed hiervan op je leven stopt.”
susandechering.nl
Het is een half jaar na de familieopstelling van de quote hierboven gegeven. Voor mij zijn familieopstellingen magisch. Wat er precies gebeurt, zal voor iedereen anders zijn. Maar de mate waarin iedere vraagsteller zijn familie goed gerepresenteerd ziet voor zich, terwijl alle representanten niks van de familie weet, is astounding.
Gisteren was de familie van Danica aan de beurt. Ik heb haar vaker gezien. Lieve meid, die zichzelf erg op de achtergrond zet. Ik was erg nieuwsgierig naar haar opstelling.
Een familieopstelling begint met een vraag, van de vragensteller. Danica vraagt: “Wat is er bij ons gebeurt thuis? Ik wil namelijk de liefde vinden, maar iets zit me tegen”. De vraag is altijd kort, je wilt zo weinig mogelijk weggeven, anders gaan mensen representeren naar vooraf aanwezige kennis.
Ze stelt haar familie op. Papa, mama en de kleine Danica. Ze staan in een driehoek ten opzichte van elkaar, minstens twee meter tussen ieder persoon. Vader staat zelfs met zijn rug naar het gezin toe, terwijl moeder strak naar de kleine Danica kijkt. Zodra iedereen staat wordt de kleine Danica al ongemakkelijk, ze krijgt het benauwd en misselijk. De vrouw die de kleine Danica representeert kijkt gepijnigd en hinkt van been op been.
Moeder vind het maar gek dat vader zo wegkijkt. Ze draait hem om en gaat dan weer op haar plekje staan, twee meter van hem verwijdert. De kleine Danica krijgt het nog benauwder. Vader draait zich daarom maar weer om, “Als mijn aanwezigheid zo moeilijk is, dan kijk ik wel weer weg”. Het systeem ligt spaak met zichzelf, en we weten niet hoe nu verder.
Dan wordt er een cruciaal stuk informatie gegeven: vader is overleden.
Om dit te representeren gaat vader zitten en is verder de rest van de opstelling stil. Ik schuif stilletjes naar de volwassen Danica, ze is zo verdrietig. “Mag ik bij je komen zitten?” vraag ik nog. Ze geeft een klein lachje, “Eigenlijk wilde ik je vragen om mijn oma te representeren”.
Dat is ook het moment dat oma en opa van moeders kant er in komen. Samen met een andere representant ga ik erin staan. Ik ben gewend dat ik op een plek wordt gezet, dit keer mag ik mijn eigen plek zoeken. Ik ga naast mijn dochter staan, maar waarom weet ik eigenlijk niet. Opa gaat naast de kleine Danica staan. We staan lijnrecht tegenover elkaar. Ik voel niks. Ik geef aan dat het voelt alsof ik naast mijn dochter móet staan, maar ik kan haar aankijken en ik voel niks. Ik zie mijn kleindochter en voel niks. Het is ultiem verwarrend.
De moeder van oma, overgrootoma komt er bij staan. Ze staat naast me en kijkt mij indringend aan. Ik voel me geïntimideerd. Waarom? Geen idee. De band tussen oma en overgrootoma zal niet heel warm zijn geweest. Het is wel het eerste gevoel dat ik voel, nu ik in de opstelling sta.
Susan vraagt een andere representant om erbij te staan. Ze geeft niet aan wie het is, en ook niet waar deze persoon heen moet. Vind je plek in de ruimte. Ze komt naast mij staan, tussen mij en overgrootmoeder in. Gelukkig, ik word beschermd.
Er is iets met deze persoon, maar ik kan het niet plaatsen. Ik voel me gerust dat ik overgrootmoeder niet kan zien, en verschuif een beetje zodat de nieuwe persoon overgrootoma helemaal verstopt.
Op de achtergrond hoor ik Susan overleggen met de echte Danica. Er is nog iemand overleden, maar waar in de lijn zat deze ook alweer? Ik kijk de nieuwe persoon weer aan en voel het verdriet al opkomen. Dit overlijden hoort bij mij.
Moeder is namelijk onderdeel van een tweeling, de andere tweeling is overleden in de baarmoeder, een miskraam. Het ongeboren kindje, die net nog naast mij stond, gaat tegenover mij staan, naast dochter. De tweeling, herenigt.
Een intens verdriet overkomt mij. Ik heb van alles al gevoeld tijdens familieopstellingen, maar de intensiteit van dit verdriet is mij onbekend.
Ik kan de tranen niet laten. Het verdriet om het ongeboren kind is onbeschrijfelijk. Het kindje dat er had moeten zijn, en er niet is. Het gemis zo groot dat ik vergeet dat er nog allemaal mensen om mij heen staan. Iedereen in de opstelling is naar mij gedraaid. Ik zie echter alleen het kindje tegenover mij. Ze staat daar sereen en met rust. Ze geeft aan: het is ok met mij. Het gaat goed met mij. Dit brengt mij nog meer verdriet, want met mij gaat het niet goed. Ik heb je geboren willen zien worden, je opgegroeid willen zien, maar dat was ons niet gegund. Jou niet. Mij niet. Je zusje niet.
Susan leidt me er doorheen, ik mag loslaten. Het rouwen en het gemis is terecht, maar zit in de weg. Ik zie het kindje niet meer dat er wel is. Ik zie enkel het kindje dat er niet meer is. Een jongetje, ik weet het zeker. Ook al is de representant een vrouw, ik weet dat zij een jongetje representeert.
De vrouw die mijn dochter representeert draagt roze.
De vrouw die mijn zoon representeert draagt blauw.
Toeval? Misschien. Misschien niet.
Ik omhels het kindje, een lange omhelsing die ik niet wil stoppen. Want als ik loslaat, dan moet ik het kindje loslaten. Ik wil niet. Maar ik moet. Ik verdiep de knuffel en laat los. Het is goed, het gaat goed met hem. Ik mis hem, en hij mij, maar ik mag loslaten.
Dan zie ik eindelijk mijn dochter staan, het kind dat er wel is, nog steeds. Ik zie haar. Ik had haar eerder moeten zien en dat doet pijn, maar in het hier en nu zie ik haar. En ik kan er eindelijk voor haar zijn, zoals ze altijd nodig heeft gehad.
Want ook zij heeft met rouw moeten omgaan, haar geliefde man is overleden. Ze stond er alleen voor met een dochter. En ik, oma, heeft haar niet kunnen leren hoe je om moet gaan met rouw. Want ook ik heb het niet geleerd van mijn systeem. Maar in het hier en nu, kan ik er wel voor haar zijn en mag moeder haar rouw leren accepteren en leren te steunen op een familielijn sterke vrouwen die er voor haar zijn.
En dan kan moeder er eindelijk zijn voor haar dochter. De kleine Danica, die ook een enorm verdriet met zich mee draagt, namelijk het overlijden van haar vader. De kleine Danica die ook verdriet heeft omdat zij altijd haar moeder wilde troosten en geen ruimte ervoer voor haar eigen verdriet. De kleine Danica die haar eigen moeder nodig had, maar nooit had geleerd dat er ruimte was voor haar en dat ze mocht steunen op haar systeem. De kleine Danica die nu eindelijk wordt gezien in haar verdriet, in haar eenzaamheid, in haar angst en haar boosheid.
De kleine Danica komt haar verdriet en boosheid onder ogen. Ze confronteert haar moeder, ik had je nodig. De vrouw die haar moeder representeert kan, met de steun van oma en overgrootoma, de verantwoordelijkheid accepteren en helende woorden spreken voor haar dochter: ‘ik had je moeten zien en steunen, jij had ook verdriet. Ik had er voor je moeten zijn en dat spijt mij. Maar ik ben er nu’.
Dit is het moment dat de echte Danica er bij komt staan. Volwassen Danica en de kleine Danica staan naast elkaar. Ze krijgen allebei twee enorme kussens, deze staan symbool voor de verantwoordelijkheid die zij hebben gedragen, die zij terug mogen geven aan vader en moeder. Een vader en moeder die nu eindelijk deze verantwoordelijkheid aannemen en durven dragen.
Volwassen Danica en de kleine Danica confronteren ook vader. Hoe streng hij kon zijn, maar ook het gemis. “Ik mis je”. Met een dikke knuffel, en de warme blik van de man die vader representeert, ook hij sereen en vol rust, kan ze loslaten.
Op de achtergrond zet Susan muziek op: “Mag ik dan bij jou”, van Claudia de Breij. Verdriet wordt toegelaten en iedereen kalmeert zichtbaar. We worden gezien in ons verdriet, in de behoeftes die we hebben, in de persoon die we zijn. Het mag er allemaal zijn, want wij als persoon, als uniek wezen, mogen er zijn. Precies, zoals we zijn.
We gaan staan. De beide Danica voor, ouders erachter, dan oma en opa, overgrootmoeder. “Kijk eens achterom Danica, naar de lijn sterke mensen achter jou. Jij mag steunen op hun.”
Dan haalt Susan de beide Danica’s naar voren. Symboliek, want je mag op de mensen steunen, maar ook vanaf nu je eigen pad bewandelen. Op dat pad hoort ook liefde. Liefde waar zij op mag steunen en kwetsbaar bij mag zijn. Dit pad is wellicht geen recht en eenvoudig pad, maar de obstakels van vroeger liggen niet meer zo midden op de weg.
Het is goed zo.
De volwassen Danica ontslaat iedereen van zijn rol, je bent weer jezelf.
“Bedankt dat je mijn lieve omaatje was, je bent weer Susanna”.
Ik knijp nog even in haar arm en laat los.
………………………..
Terwijl ik op de bank rust met mijn kopje thee, op de maandag na de familieopstelling bedenk ik mij maar weer wat een bijzondere gebeurtenis het is. Ik, een vrouw zonder kinderen en zonder miskramen te hebben meegemaakt, ultiem verdrietig om een ongeboren kindje dat niet van mij is. Tijdens het schrijven komen de tranen weer omhoog.
De helende woorden: “Ik heb je niet gezien, maar ik zie je nu wel”, spoken door mijn hoofd. Wij mensen zijn ergens zo complex, en toch zo simpel. Gezien worden, precies zoals je bent, met al je behoeftes, wensen en grenzen, is de sleutel. Jij bent goed, zoals je bent, en ik zie je, precies zoals je bent. En nog belangrijker: ik houd van je, precies zoals je bent.
Lieve lezer: Ik zie je en ik accepteer jou, precies zoals je bent.
0 Comments